Halverwege de veertigdagentijd, op Zondag Laetare, heeft de viering altijd een wat vrolijker toonzetting dan in de rest van deze bezinningsperiode voorafgaand aan Pasen.
De lezingen uit het Oude en Nieuwe Testament zijn gekozen bij het thema brood, dat ieder mens nodig heeft om te leven. Zoals het volk Israël tijdens het veertig jaar durend verblijf in de woestijn leefde van het hemels brood, ‘manna‘, zo mochten ze bij het bereiken van het beloofde land Kanaän eten van de graanopbrengst van dat land, en de ongedesemde broden bakken die verbonden zijn aan het pesachoffer.
Volgelingen van Jezus, die in groten getale zijn toegestroomd, worden gevoed met de vijf broden en de twee vissen die één jongen heeft meegebracht. En dat blijkt ruimschoots voldoende voor iedereen, te oordelen naar de manden met de overgebleven stukken brood. Ook in de Martinidienst delen we ruimhartig met elkaar van wat ons gegeven wordt: brood en wijn, tot gedachtenis van Hem die gezegd heeft: “Ik ben het brood dat leven geeft” (Johannes 6:48).
Evert Jan Veldman gaat voor in deze dienst op 11 maart om 11:30 uur. Met medewerking van het Koor van het GSp onder leiding van Ton Tromp. De pianist is Jan de Roos.