Lieve Martinigangers,
Wat mis ik in deze bijzondere tijden de ruimte van de Martinikerk, de vieringen, ons samenzijn… en wat geeft dat gemis, dat verlangen ook troost en kracht, omdat we ervaren hoe kostbaar en waardevol het is om te kunnen samenkomen in een viering!
Ik probeer een overweging te schrijven voor Witte Donderdag. Het helpt mij wanneer ik vanochtend mijn ogen sluit en in verbeelding de Martinikerk binnenga, rustig door het middenpad naar voren loop, het licht komt zo mooi en kleurrijk naar binnen stromen door de nieuwe glas-in-loodramen, de Paaskaars brandt en op de tafel staat de icoon die mij aanziet. Als ik vooraan ga zitten, kijk ik door de glazen deur en zie het hemelsblauw gewelf van het hoogkoor. Ik stel mij voor dat wij in een kring rond de tafel staan, en ik ga met mijn ogen rond en zie jullie staan, één voor één, in verbondenheid met elkaar, we wensen elkaar de vrede van Christus. Wanneer ik mijn ogen weer open, zing ik het lied dat zo verweven is met Witte Donderdag, Ubi caritas et amor, Deus ibi est.
Het is de avond van Witte Donderdag, de avond vóór Jezus zijn overlevering en dood. Het is een beladen avond, hij houdt zijn laatste maaltijd met zijn naaste leerlingen. En het gebeurt tijdens deze maaltijd, dat Jezus opstaat en de stoffige bevuilde voeten gaat wassen van zijn leerlingen. Dienstbaar werk is het, slavenwerk. Jezus heeft een linnen doek omgeslagen, dat is natuurlijk praktisch om de voeten te wassen en te drogen. Maar een linnen doek is ook begrafeniskleding. Jezus zal in een linnen doek begraven worden. Hij reinigt hen en wrijft de voeten van zijn discipelen droog met deze linnen doek.
Iemand die jouw voeten begint te wassen komt dicht bij je, raakt je aan, je laat het gebeuren… dat kan moeilijk zijn voor ons mensen. We willen zo graag onafhankelijk zijn, autonoom, zelf actief bepalen wat er gebeurt met je leven, dat geeft een gevoel van controle. We worden in onze samenleving niet echt aangemoedigd om dienstbaar te zijn of bescheiden. Nee, verpleegkundigen, schoonmakers, docenten, ze hadden weinig waardering of aanzien. Nee, integendeel, je moet van je eigen leven een geweldig project maken en jezelf steeds maar verbeteren en je onderscheiden en concurreren met een ander. Maar nu is de wereld tot stilstand gekomen door een virus, nu komt juist onze kwetsbare en afhankelijke kant aan het licht. We leven niet los van elkaar, we zijn verbonden met elkaar, met al wat leeft, in geven en ontvangen. Wat hebben we elkaar nodig!
De meester stelt zich op als een dienaar en buigt zich onder de voeten van zijn leerlingen, het is de omgekeerde wereld. Petrus protesteert maar Jezus wijst hem terecht: “Als je je niet door mij laat wassen, dan kun je niet bij mij horen, dan ben je niet met mij verbonden”.
Het schilderij ‘Voetwassing’ van Sieger Köder raakt mij, alleen al door de lichamelijke nabijheid die er uit spreekt. Jezus ligt geknield met blote voeten, een joodse gebedsmantel omgeslagen, zijn hoofd blijft verborgen. Petrus valt in het oog, met zijn voeten in het water. Zijn handen maken een dubbel gebaar, zo herkenbaar voor ons, denk ik. Een afwerend gebaar in zijn linkerhand… ik wil het niet, ik begrijp het niet, ik ben bang, ik geloof het niet… en een gebaar van vertrouwen en overgave in zijn rechterhand, die rust op de schouder van zijn leermeester, nabij en intiem. Maar als je goed kijkt ontdek je nog iets, het gelaat van Jezus is zichtbaar op een indirecte manier, het water in de waskom spiegelt zijn gelaat, het water met daarin de voeten van Petrus. Het is een prachtig en diepzinnig beeld. De voetwassing als een teken van verbondenheid met de Leermeester, hij wil zijn leerlingen inwijden in zijn manier van leven, zijn voet-sporen, die ook door het lijden heen zullen gaan.
Het is moeilijk voor Petrus, dat Jezus zich buigt onder zijn voeten, zijn blote voeten aanraakt en schoonwast, voeten die in contact zijn met de aarde, blote voeten die hem dragen, die door het vuil van de wereld lopen, die kwetsbaar zijn omdat je kan struikelen, of je kan verwonden onderweg. Verdriet, ziekte, verlies… het overkomt ons, wat worden we daarbij bepaald in deze corona-crisis. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen en zij laten deze wikkelen en drogen in een linnen doek, zijn begrafeniskleed. Zo wast hij eigenlijk ook onze voeten en geeft op die manier iets door van de messiaanse weg van vrede en naastenliefde. Hij nodigt ons uit om ons eigen verdriet, onmacht of twijfel, onze kwetsbare kanten en verwondingen niet te overschreeuwen of uit de weg te gaan, maar te verbinden met dat leven in dienstbaarheid. In het gebaar van de voetwassing brengt Jezus ons bij het tegendraadse en dwaze van het geloof: Gods rijk is niet van deze wereld, maar van een omgekeerde wereld, een meester wordt dienaar, in zwakheid of kwetsbaarheid blijkt kracht schuil te gaan.
Ik besluit met een gedicht over de liefde: ‘Wat het is’ van de joodse vredesactivist Erich Fried.
Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde
Het is ongeluk
zegt de berekening
Het is alleen maar verdriet
zegt de angst
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht
Het is wat het is
zegt de liefde
Het is belachelijk
zegt de trots
Het is lichtzinnig
zegt de voorzichtigheid
Het is onmogelijk
zegt de ervaring
Het is wat het is
zegt de liefde.
– Matty Metzlar