“De straat is echt vet mooi mama!” Ik woon hier al bijna 19 jaar graag maar vet mooi heb ik het nou ook nog nooit gevonden. Dus toen dochter dit ergens begin van deze maand zei, moest ik even naar buiten kijken en het WAS mooi. Aan het eind van de straat waren de huizen met lichtsnoeren aan elkaar verbonden. ’s Avonds toen ik mijn avondrondje met de hond liep merkte ik dat ik glimlachte. Het was heel mooi.
Twee dagen later ging de deurbel. Mijn overbuurmeisje: “We hebben dus lampjes gekocht, doen jullie mee?” Ik wist niet hoe snel ik ja moest zeggen. Alles uit mijn handen laten vallen en eindeloos pielen met een klosje touw uit het zolderraam (dat iedere keer precies op het afdakje boven de deur viel). Maar ze hangen. Vrolijk gekleurde lampjes van ons zolderraampje naar dat van onze overburen. We waren de enige niet in de wijk die geïnspireerd was. De hele wijk hangt vol ondertussen en er komen regelmatig mensen door de straat wandelen om lichtjes te kijken. Zo lief, die verwonderde kinderstemmen buiten.
Ik voel me de laatste weken een beetje of ik met een soort permanent Fisherman’s Friend-gevoel door het leven ga. Alles is rauw en komt harder binnen, juist ook de eigenlijk een beetje sentimentele dingen. Vorige week liep ik met de hond en was ons snoer uit. Ik was echt verdrietig en toen ik de vorige dag mijn buurvrouw sprak zei ik dat: “Het is misschien een beetje gek want het is maar een stom, simpel snoer.” Mijn buurvrouw: “Ik ben blij dat je het zegt want ik kwam gisteren de hoek omrijden en ik zag onze lichtjes en ik moest een beetje huilen.”
En toen dacht ik dat is ook wat er zo mooi aan is. We zijn hier geen wedstrijdje aan het doen wie het mooiste huis heeft, we maken een verbinding van licht tussen onze huizen. Het is net zo’n sentimentele koffiereclame in het echt. En het snoer mag dan een simpel stukje plastic zijn, je verbonden voelen in licht is niet te betalen. Zeker niet in deze tijd.
– Marieke Laauwen