Ik houd van Italië. Ik houd van de ruige rotsen, de taal, de monumenten, de afgebladderde huizen en het eten. Ik ga er graag op vakantie maar dat gaat waarschijnlijk vanwege het coronavirus dit jaar niet lukken, hoe graag de toeristisch ondernemers ons buitenlandse gasten ook zien komen.
Als puber droomde ik weg bij de liedjes van Eros Ramazzotti. Hij zong over een “terra promessa, un mondo diverso”, het beloofde land, een andere wereld. Ik begreep niet veel van de teksten maar ik had het gevoel dat hij het over diepe dingen had. Het land van Eros Ramazzotti leek me een stuk aantrekkelijker dan het eentonige, rechtlijnige kanaaldorp waar ik woonde.
‘Je keek te ver’, zo heet een boekje van Marjoleine de Vos, redacteur en columnist bij NRC Handelsblad, dichter en essayschrijver. In het boekje beschrijft ze op een poëtische en filosofische manier haar wandelingen door het Groninger land. Ze vertelt over de middeleeuwse kerkjes, de sporen van het verleden in het landschap en het verstrijken van de seizoenen.
Nu we vanwege het coronavirus zo veel mogelijk binnen moeten blijven en niet ver kunnen reizen, zijn we weer aangewezen op onze nabije omgeving. Ik leer allerlei prachtige natuurgebieden in Groningen kennen, waar je de mooiste wandelingen kunt maken. Er is een schitterend parkje vlak bij mij in de buurt, waar een bijzondere gans zit te broeden. Onderweg ernaartoe kom ik door een straat, waar op elke boom een bordje hangt met een gedicht. Mijn oog viel op de tekst “Als ik mijn ogen toedoe, ben ik in Honolulu”…
Na de middelbare school ging ik in Groningen Romaanse talen en daarmee ook Italiaans studeren. De diepgang van de teksten van Eros Ramazzotti bleek wel wat tegen te vallen maar het nummer ‘Terra promessa’ is me bijgebleven.
“Siamo ragazzi di oggi
pensiamo sempre all’America
guardiamo lontano
troppo lontano…”
(We zijn jongeren van deze tijd. We denken altijd aan Amerika. We kijken ver, te ver.)
Aan dit liedje moet ik denken als ik het boekje van Marjoleine de Vos lees. Waar we altijd bezig zijn om plannen te maken en uitkijken naar verre reizen, worden we nu gedwongen om het dichterbij te zoeken. We krijgen meer oog voor de kleine dingen om ons heen en dat kan mooie inzichten opleveren. De blik gaat naar binnen.
“Achter weilanden weiden, daar weer achter
dijken, zee en Zweden. Waar zou je heen?
De blik verliest je met zichzelf in ruimte
waar aankomst ver en ver te zoeken is.
Niet voor de woerd die plotseling en onbedaarlijk
groen het zonlicht en je oog in zwemt.
Kijk bij je voet, maant hij, waar speenkruid
bloeit, de lucht gespiegeld blauw is in het diep.
Voel warmte op je neus, zie ’t vroege blad
van vlier. Je keek te ver. Dat wat je zoekt is hier.”
(Marjoleine de Vos)
– Tim Smid