“God zit niet op een troon van chroom of nikkel
Soms zit hij in een oude perenboom
En merelt
Soms staat hij op zijn hoofd in een klein kind
Want hij is altijd soms.
Hij is geen kerk van holle eeuwigheid.
Hij is geen kathedraal van hoge lege almacht.
Hij is een nu, een hier, een altijd soms.
Soms lust die schuimt
Soms een verliefdheid
En wee de maagd.
Maar altijd is hij overal in alles
Zoals het is
Zoals het soms en anders is.”
Dit gedicht van Bertus Aafjes kwam ik tegen op de website van Volzin. Ik vind het prachtig, het is tegelijkertijd mysterieus en aards. Een nu en een hier maar ook schuimende lust. Bij schuimende lust denk je eerder aan een Griekse god dan aan onze christelijke god.
Ik heb het idee of we dit jaar Pasen, Hemelvaart en Pinksteren hebben overgeslagen en nog steeds in een verlengde veertigdagentijd zitten. De opstanding en het vuur van de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksteren zijn uitgebleven. Ik doe mijn werk zo goed en zo kwaad als het gaat. Het voelt alsof mijn leven op een laag pitje staat, op de waakvlam.
Ik heb behoefte om aangeraakt, aangevuurd, door elkaar geschud te worden. Inspiratie ontstaat meestal in de interactie met anderen, niet achter een beeldscherm. Ik mis de creativiteit van theatermakers, musici en kunstenaars. Een toneelstuk of een kunstwerk kan je optillen uit je alledaagse leven. Dat gebeurt niet nu de theaters leeg blijven en de festivals afgelast zijn. Mijn agenda is leeg.
“God is een altijd soms”. Dat vind ik troostend klinken. Soms is Hij gewoon minder zichtbaar, misschien in iets kleins. “t Is nait aal doage kovvie mit kouk”, zegt een Gronings spreekwoord. Maar soms is er ook weer schuimgebak.
Ik moet ook denken aan de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden die wachten op de komst van de bruidegom en het vlammetje van hun olielamp brandende moeten houden. Het vlammetje is soms klein maar heeft de belofte in zich om op te vlammen.
Soms en anders.
– Tim Smid