Op donderdagavond heb ik mijn wekelijkse verzetje: ik doe een cursus theatermaken bij Vrijdag, het vroegere Kunstencentrum. Even achter de laptop vandaan, op de fiets door het Noorderplantsoen naar het Prinsentheater. Ik houd mijn hart vast hoe lang dit nog kan maar tot nu toe gaat het gewoon door. In de eerste twee lessen ging het over inspiratie, in les drie en vier stond het gebruik van de ruimte centraal.
De opdracht van de vorige les was om één groot ding mee te nemen of veel van iets kleins. Ik haalde mijn oude smurfenverzameling van de zolder en in overleg met mijn medecursisten werden de blauwe wezentjes het onderwerp van een talkshow, waarin een voorstander en een tegenstander van de smurfen elkaar naar het leven stonden. The black-lives-matterdiscussie werd een blue lives matter. De discussie eindigde met twee tegenstanders die elkaar met smurfen bekogelden. Een andere cursist vertelde heel poëtisch met een oude wereldbol voor zich in welke landen ze allemaal geweest was en welke plekken nog op haar verlanglijstje stonden. Duitsland was nog verdeeld in een westelijk en oostelijk deel, de Sovjetunie bestond nog en Tsjechoslowakije was nog één land. Door de jaren heen was een eiland van de wereldbol verdwenen en Argentinië uitgeveegd… Een ander duo had van lucifers en waxinelichtjes allemaal spelletjes gemaakt: een sjoelbak, tafelvoetbal, Triviant (het waxinelichtje was in partjes gebroken) en een toren van lucifers.
Na zo’n avond ga ik voldaan naar huis, enthousiast over zoveel creativiteit. De cursus laat je op een andere manier naar dingen kijken: met een paar stoelen, een tafel en een paar zakjes chips ontstaat al een scène, een stapel stoelen leidt tot een stoelendans. Door voorwerpen uit hun context te halen en in een andere omgeving te plaatsen ontstaat een andere blik op de werkelijkheid.
Zo zag ik ook de kindervoorstelling ‘Vaar mee op de Ark van Noach’ in de Nieuwe Kerk. Kinderen mochten zich verkleden als hun lievelingsdier en hun knuffel meenemen, die meevoer in de ark. De kerk werd een schip, een ouderling met een gieter werd Noach, getrommel op de banken werd een regenbui. Het toneelspel werd ondersteund door animaties op een groot scherm. Kinderen keken met open mond toe.
In de loop der jaren heb ik al de gekste rollen gespeeld: van baby tot overspelige echtgenoot, van buikspreekpop tot generaal. In een voorstelling in het kerkje van Woltersum brachten we twee vroeg overleden kinderen weer tot leven en in een andere voorstelling vertolkte ik als alter ego de ware gevoelens en gedachten van een overspelige man. Theater biedt de mogelijkheid om even in de huid van een ander te kruipen en uit het alledaagse leven te stappen. Vooral in coronatijd, waar weinig kan en er door het thuiswerken weinig interactie is, is het verfrissend om je zinnen te blijven verzetten. Spelen verruimt je geest.
– Tim Smid