In de afgelopen jaren heb ik kleine kerststallen verzameld, afkomstig uit verschillende culturen. De kerststal is enorm populair en ik ben ook een groot liefhebber van al die kleurrijke uitbeeldingen van het kerstgebeuren, het is voor mij zoiets als miniatuur theater. Nu ik ook dit jaar mijn verzameling weer tevoorschijn heb gehaald, valt mijn oog speciaal op de kleinste kerststal uit Peru. Dat komt, denk ik, door de coronamaatregelen die ons dagelijks leven zo hebben teruggebracht naar eigen huis, tuin en keuken. Deze kerststal past in mijn jaszak. Het is een luciferdoosje, waarin de hele familie past, Jozef en Maria, samen met hun kind, een schaapje en een ezel.
Hoe is het eigenlijk begonnen met de kerststal? Franciscus van Assisi geldt als ‘de uitvinder’ van de kerststal. Hij wilde tijdens een kerstviering de ongeletterde gelovigen zelf laten ervaren en meemaken hoe de geboorte van Jezus in Bethlehem heeft plaatsgevonden. Hij deed dat buiten het kerkgebouw. Op Kerstavond 1223 laat hij in een grot bij Greccio een lege kribbe met stro plaatsen en daarbij een levende ezel en os. Zo beeldt hij de armoedige omstandigheden uit waarin ‘il Bambino di Betlemme’ ter wereld is gekomen. Gelovigen uit de omgeving komen ‘s nachts naar deze levende kerststal om het mysterie van de menswording te vieren. Ik denk dat wij anno 2020 niet beseffen hoe revolutionair en gewaagd deze actie was van Franciscus. Hij beeldt Jezus uit als een heel gewoon kindje liggend tussen echte dieren in een naar mest en stro ruikende armoedige stal. Dat was in zijn tijd ongehoord. Afbeeldingen in kerken lieten Christus zien als rechter, koning en triomfator, wel in een menselijke gestalte maar altijd iconisch en verwijzend naar zijn goddelijke natuur. Een ‘arme koning’ op stro tussen dampende dierenlijven, dat had nog niemand gedurfd. Op deze manier, door een levende enscenering in een grot of in een stal, kregen mensen deel aan dat mysterie van geboorte en menswording.
De middeleeuwse minderbroeders wisten het al: “Christus kan duizend keer geboren zijn in Bethlehem maar alles is tevergeefs als hij niet óók geboren wordt in mij.” (Silesius)
– Matty Metzlar