Mijn collega vroeg mij onlangs: ‘Zeg Arjen, heeft de komst van jullie kind je nu ook hoopvoller gemaakt?’ Dat vond ik een mooie vraag. Je wordt zo gedwongen om met sacramentele ogen naar de wereld te kijken, omdat de vraag gesteld wordt hoe het heilige in het dagelijks leven verschijnt. Want hoopvol word je niet van de krant of van Facebook. Er zal iets van God of van zijn Rijk moeten oplichten.
Mijn intuïtie gaat een beetje twee kanten op. Enerzijds is het nogal wat, om in een onrustige en gevaarlijke wereld als de onze een kind groot te moeten brengen. Bezorgdheid lijkt mij dan eerder op z’n plaats dan hoop.
Tot woorden van Jezus mij binnenvielen. Want Jezus zegt: wees niet bezorgd! Kijk eens naar de lelies op het veld, kijk eens hoe ze groeien. Ze spinnen niet en ze werken niet, en toch zien ze er beter uit dan de meest protserige koning die jullie je kunnen herinneren: Salomo.
Onze dochter werkt niet, en spint niet, en ik wed dat ze er beter uitziet dan Salomo. Ik zie dat de onschuld en het hoopvolle begin van het nieuwe leven dingen doet bij mensen. Grootouders heb ik nog nooit zo gelukkig gezien. Mijn overgrootoma werd even heel helder in de mistwolken van haar dementie toen ze onze dochter in haar armen had. Mijn schoonzusje die revalideert en daarom vaak in Groningen te vinden is.
Baby’s zijn sacramenten van hoop. Het is goed protestants om te zeggen: de sacramenten van doop en avondmaal versterken ons geloof. Op dezelfde manier wakkeren kleine baby’s onze hoop aan, omdat we weten dat ze hun oorsprong vinden in de gedachten van de Eeuwige. Het votum herinnert ons eraan: die niet loslaat wat zijn hand begon. Dat geldt voor baby’s, maar ook voor de hele wereld. Dat te bedenken maakt mij hoopvol.
– Arjen Zijderveld