Nu we vanwege de corona-situatie voorlopig geen Martinidiensten met elkaar kunnen vieren, in ieder geval tot en met 31 mei 2020, nu de kerken noodgedwongen leeg blijven, moeten we op zoek naar andere vormen om elkaar te bemoedigen, ondersteunen en inspireren. Voor zondag 29 maart heeft Marga Baas een meditatie geschreven, passend bij het Bijbelverhaal over Martha en Maria en hun broer Lazarus die de twee zussen dachten te zijn kwijtgeraakt aan de dood. Lees deze meditatie hieronder:
Zondag 29 maart
Johannes 11 staat op het leesrooster vandaag. Een schokkend verhaal. Het barst bijna uit zijn voegen van de emoties. Martha en Maria zijn diep bewogen om Lazarus, hun broer. Ze doen een beroep op Jezus. De één met haar protest tegen de dood. De ander met haar tranen van verdriet. Beiden met hun geloof dat duisternis en dood het laatste woord niet mogen hebben.
Martha, als eerste van de twee, gaat met Jezus in gesprek, als Job met God. Zij houdt zich vast aan het geloof van Israël:
“Ik weet dat mijn broer zal opstaan bij de opstanding ten jongsten dage.”
“Ik ben de opstanding en het leven” antwoordt Jezus haar. Hij geeft daarmee te kennen wie hij is. Zijn woord, zijn weg betekent toekomst voor ieder die in angst en doem gevangen zit. Niet later, ooit – maar hier en nu is het mogelijk om op te staan tot een nieuw leven; een bestaan in verbondenheid met de Eeuwige, met God-Ik-zal-er-zijn.
Martha’s antwoord is een credo. Het omvat wat eerder in hetzelfde evangelie is beleden: door Nicodemus, door de Samaritaanse, door de blindgeborene. Zij zegt:
“Ik geloof dat u de Messias bent, de zoon van God die in de wereld komen zou.”
Haar geloof zet haar aan Maria op te zoeken, nog steeds gevangen in verdriet. Zij spoort haar zuster aan om op te staan, in de richting van hem die het leven zelf is. Zo worden beiden tot getuigen van opstandingsleven.
En Lazarus? Hij wordt uit het graf tevoorschijn geroepen. Op het moment dat hij de stem van de Messias hoort, komt zijn bestaan aan het licht. Het wordt Pasen.
Michel van der Plas schreef:
Als Jezus ver is, ben ik dood,
word ik gemist, ben ik alleen,
komt in mijn nacht mijn armoe bloot
en lijkt mijn leven wel van steen…
Als Jezus roept, roept Hij mijn naam,
brengt Hij mijn leven aan het licht,
is Hij de zon die ik beaam,
krijgen mijn ogen weer gezicht.
Hij weet het zelf, en Hij
is naar mij onderweg, altijd;
ik moet er zijn, Hij zoekt naar mij,
zijn lieve mens, om wie Hij schreit.
Ik roep U Jezus in mijn nacht,
ik roep U arm en bloot en kil,
U bent de God op wie ik wacht,
U bent het leven dat ik wil.
– Marga Baas