Dag Zomerdagje!
Dit wordt het laatste Zomerdagje. Ik wens iedereen een mooie zomer toe. Met wegwaaiende muizenissen. Met spontane gesprekken op een bankje in het park. Met weer dat zich een beetje gedraagt. Zon, wind en water, maak het niet te gek! Want we willen naar buiten na die lange lockdown. We willen voelen hoe het ook al weer was om open te gaan. Laat dit laatste Zomerdagje het startsein zijn voor een onvergetelijke zomer. Zonder nieuwe beperkende maatregelen.
Op 15 maart vorig jaar schreef ik mijn eerste Alledagje. ‘Voor elke dag, zo lang het coronavirus het leven ontregelt, een hart onder de riem gestoken,’ stond erboven. ‘Weet wat je belooft,’ zei een collega, ‘je moet het ook waar kunnen maken. Wie weet hoe lang dit duren gaat.’ Hij kreeg gelijk. Het duurde en het duurde maar. Een hart onder de riem steken is maatwerk. Iemand moed inspreken lukt alleen als je weet hoe de ander er aan toe is en als jij bereid bent zelf niet op de kant te blijven zitten. Voor elke dag is dat best veel gevraagd, zelfs als je met zijn tweeën bent.
Het werd herkend. Tim Smid en Matty Metzlar kwamen er bij. Het Alledagje werd een Zomerdagje. De naamsverandering schiep de ruimte om af te schalen (ook zo’n relikwie uit coronatijd) naar twee keer in de week. Dat ging gelijk op met het gevoel dat het ergste wel eens achter de rug kon zijn. Te vroeg gejuicht. Het Zomerdagje werd een Herfstdagje. Alexandra Matz, Arjen Zijderveld, Erwin Landman en Marieke Laauwen sprongen bij als gastcolumnisten. Maar toen het Herfstdagje een Winterdagje werd schreven we allemaal om de beurt. En daar bleef het niet bij. Joanneke Smeenk en Wouke Mollema voegden zich in de kring. Het werd lente!
Nu zit ik hier dubbel gevaccineerd aan mijn laatste Zomerdagje. ‘Weet wat je belooft. Je moet het ook waar kunnen maken. Wie weet hoe lang dit duren gaat.’ De collega heeft gelijk gekregen. Ik kon het niet waar maken: ‘Voor elke dag, zo lang het coronavirus het leven ontregelt, een hart onder de riem gestoken.’ Maar sommige dingen worden pas waar, als je ze niet waar kunt maken. Dan pas ontdek je hoezeer je op elkaar bent aangewezen. Samen is het ons gelukt om steeds opnieuw een hart onder de riem te steken. Bij elkaar en bij zo veel lezers. Hoe kwetsbaar was het. En hoe kostbaar. Het zijn er in totaal (op de site van de Nieuwe Kerk) 181 geworden. Een dagboek van een gekke tijd. En als blijkt dat we te vroeg hebben gejuicht omdat deze tijd nog gekker is dan we al dachten, dan weten we elkaar opnieuw te vinden.
– Evert Jan Veldman