“Plotseling duikt er van achter de maan in lange, langzame momenten van een geweldige majesteit, een sprankelend blauw met wit juweel op. Een lichte, tere, hemelsblauwe bol omhangen met zacht wuivende witte sluiers, komt geleidelijk aan omhoog als een kleine parel in een dichte zee van zwarte geheimzinnigheid. Het duurt even voordat je volledig beseft dat dit de Aarde is… ons huis, ons thuis.”
Op deze manier beschrijft astronaut Edgar Mitchell zijn ervaring wanneer hij onze planeet kan zien vanuit de onmetelijke ruimte van het heelal. En deze ervaring wordt gedeeld door vele astronauten, ook door ‘onze’ ruimtevaarder André Kuipers. Zij zijn diep onder de indruk van de schoonheid en de kwetsbaarheid van de aarde en uiten dat in gevoelens van eerbied. Ze nemen ook de ingrijpende invloed van mensen waar en vertellen dat bijvoorbeeld ontbossing en vervuiling duidelijk zichtbaar zijn. Zij zien een prachtige planeet maar wel met een geschonden gelaat, veroorzaakt door mensen. Dit roept bij hen een diep gevoel op van mededogen en empathie met de aarde en haar bewoners.
Paus Franciscus noemt de aarde het gemeenschappelijk huis dat wij bewonen en dat wij moeten behoeden en bewaren, het is ons énige huis! Hij voegt aan de zeven werken van barmhartigheid nog een achtste werk toe: zorg voor de schepping. De indiaan chief Seattle heeft het in deze woorden gezegd: “Wat er gebeurt met de aarde, gebeurt er met ons en onze kinderen! De mens heeft het web van het leven niet geweven, hij is slechts één draad ervan.” De mens is niet het centrum of de maat van alle dingen, is geen onafhankelijk heerser over de schepping, maar heeft een eigen plaats in verbondenheid met een grote verscheidenheid aan levende wezens. Dat deze oude wijsheid diep mag doordringen in ons hart, in ons denken en handelen, zeker nu we moeten leven met de gevolgen van een stille insluiper in ons gemeenschappelijk huis.
“Het was een groene preek”, zei iemand tegen mij na afloop van de gezamenlijke Pinksterviering in de Martinikerk. Dat kon ik van harte onderstrepen!
En ik denk nu aan een lied van Huub Oosterhuis (Lb 689):
Wat altijd is geweest
het waaien van de Geest
gebeurt aan ons vandaag.
Dat vuur van het begin
wij ademen het in,
Gods woord dat antwoord vraagt.
– Matty Metzlar