Winterdagje (46)

Het is een echt winterdagje vandaag, ijzig koud, er staat een snoeiharde oostenwind en er stuift poedersneeuw over het land, het vriest en het blijft voorlopig vriezen. Ik voel me stoer als ik de kou trotseer en met de honden ga wandelen. Onze schapendoezen, Jelle en Polle, zijn uitgelaten en rollen door de sneeuw. Mijn Viking noren heb ik alvast klaarliggen, want zodra het kan sta ik op het ijs. De onrust heeft ook mij te pakken, het schaatsen is mij met de Friese paplepel ingegoten. Ook al heb ik niet meer de souplesse van vroeger, er zal worden geschaatst!

Wanneer ik door de tuin loop zie ik hem bloeien, de toverhazelaar of Hamamelis. Stevig geworteld en uitdagend staat hij daar en tart de ijzige winter met fiere takken vol bloemen. Je snapt niet hoe deze struik het voor elkaar krijgt om er in deze kou zo feestelijk bij te staan! De gele bloemen zien er uit als lintjes, en ze ruiken nog lekker ook! Betoverend. Hij bloeit op het kale hout, dus nog voordat er blad komt. De bloemblaadjes krullen iets om ter bescherming van zichzelf, ze bevriezen niet. De naam toverhazelaar is afgeleid van het Engelse ‘witch hazel’, heksenhazelaar, zo genoemd omdat de takken van de Hamamelis alle kanten op wijzen. De toverhazelaar bloeit hartje winter en is voor mij een teken van lef en vertrouwen, dat er ook in barre tijden sprake kan zijn van bloei, van een hernieuwd leven. Hadewijch, middeleeuwse dichteres en mystica, zei het zo:

“Ay, al es nu die winter cout,
Cort die daghe ende die nachte langhe (…)
Die hasel brinct ons bloemen fine,
Dat es een teken openbare.”

– Matty Metzlar