Nazomerdagje (27)

U had nog een Zomerdagje van mij tegoed. Twee weken geleden wist ik het even niet. Het weer was grijs, ik was alweer een aantal weken aan het werk en er was nog geen uitzicht op het moment dat ik weer naar kantoor kon. (Dat is er overigens nog steeds niet.) Daar zat ik, weer een dag aan de achterkamertafel achter mijn laptop. ‘Waar doe ik het voor?’, vroeg ik me af. Teksten produceren voor een website en nieuwsbrieven, waarvan het de vraag is of ze wel gelezen worden. Hoe lang nog? Een Zomerdagje moet opbeurend zijn, een hart onder de riem. Het gaat dus niet over een grijze straat en een eenzame ambtenaar achter zijn laptop. Het Zomerdagje bleef achterwege…

Kort daarna was de eerste Martinidienst van het seizoen, de eerste live in de kerk, op anderhalve meter afstand. De lezing was uit 1 Koningen, waar God Salomo in een droom verschijnt. “Vraag wat je wilt en ik geef het je”, zegt God. Salomo antwoordt bescheiden: “Ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. Geef mij wijsheid.” Ik moest denken aan de woorden van Marianne Williamson uit ‘Onze diepste angst’ tijdens de inauguratie van Nelson Mandela: “We vragen onszelf af: wie ben ik om briljant, slim, talentvol en prachtig te zijn”.

Ik zat weer even achter de laptop. Wie ben ik? Ik werk alleen aan mijn achterkamertafel voor een grote organisatie in een kleine provincie in een klein land. Wat draag ik eigenlijk bij aan deze wereld? Ik vind geen medicijn tegen corona, want ik ben geen arts. Ik houd de economische crisis niet tegen en ik kan de vluchtelingencrisis niet oplossen. Ik schrijf af en toe een stukje en steek daarmee iemand een hart onder de riem. Dat is het dan.

“Je bent een kind van God”, zegt Marianne Williamson. “Je dient de wereld niet met valse bescheidenheid. (…) We zijn allemaal bedoeld om te stralen, zoals kinderen dat doen. We zijn geboren om de glorie van God die in ons is tot uitdrukking te brengen. Dit is niet slechts weggelegd voor een enkeling van ons, maar voor ons allen. Als we ons eigen licht laten schijnen, geven we onbewust anderen de vrijheid dit ook te doen. Wanneer we bevrijd zijn van onze angst, zal onze aanwezigheid automatisch anderen bevrijden.”

We zijn er allemaal om de glorie van God tot uitdrukking te brengen, we moeten allemaal ons eigen licht laten schijnen. Ik lees dat als: al onze kleine lichtjes vormen één keten van licht. Al die eenlingen achter hun laptop vormen één netwerk. Ik ben niet de enige: achter een ander raam zit ook iemand te typen. Het is een troostende gedachte dat we allemaal in het klein onze bijdrage aan de wereld leveren, ook al is die soms bescheiden. En ook fijn om je te realiseren dat de grote koning Salomo ook zijn twijfels kende.

Onze diepste angst – Marianne Williamson

Onze diepste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze diepste angst is dat we immens krachtig zijn.

Het is ons licht, niet ons duister dat ons het meest beangstigt.
We vragen onszelf af:
Wie ben ik, om briljant, slim, talentvol en prachtig te zijn?

Maar waarom niet?! Je bent een kind van God.
Je dient de wereld niet met valse bescheidenheid.

Er is niets verhevens in jezelf klein te maken,
zodat andere mensen zich niet onzeker zullen voelen.

We zijn allemaal bedoeld om te stralen, zoals kinderen dat doen.
We zijn geboren om de glorie van God, die in ons is, tot uitdrukking te brengen.
Dit is niet slechts weggelegd voor een enkeling van ons,
maar voor ons allen.

Als we ons eigen licht laten schijnen,
geven we onbewust anderen de vrijheid dit ook te doen.

 Tim Smid