Het is november, de ideale maand om te planten. De natuur lijkt zich naar binnen te keren, veel bomen en struiken verliezen nu het blad, na hun explosieve rode, bruine en groengele kleurenpracht. Aan het begin van deze week rijdt de vrachtwagen van de kwekerij ons erf op, het uitladen kan beginnen. Krentenbomen, meidoorn, appelbessen, een berk, een amberboom, sierappels, vlinderstruiken, planten en heesters, veel heesters. We hebben speciaal planten en heesters uitgekozen die veel vogels en insecten aantrekken.
En dan gaan we aan de slag met een groep van zes mensen, gaten graven in de zware kleigrond, oud puin eruit halen, het gat deels vullen met onze compost, dan de boom erin en de kleigrond terug scheppen vermengd met losse zwarte aarde.
Het is zwaar werk, we hebben een hele dag nodig om al het groen in de grond te krijgen. Maar wat is het heerlijk om zo buiten bezig te zijn in de tuin met de nieuwe aanplant. Ik hoop dat het een paradijs mag worden voor de vogels en insecten!
Het is een voorrecht om zo te kunnen wonen op een grote lap grond en dit terrein om te vormen in een soort wilde tuin van Eden. Zo proberen wij in deze tijd van ecologische crisis een bescheiden bijdrage te leveren aan een groener leven. Eigenlijk door gewoon maar te beginnen met kleine stapjes, met iets wat je inspireert en waar je warm van wordt. Natuurlijk besef ik dat je hiermee de wereld niet kan redden, maar het doet goed om ergens aan te beginnen, in de hoop dat het aanstekelijk werkt voor anderen. En daarbij zing ik het Zonnelied van Franciscus van Assisi mee: “Wees geprezen, mijn Heer, om onze zuster aarde, die ons voedt en leidt en verscheidene vruchten voortbrengt met kleurrijke bloemen en kruiden.”
– Matty Metzlar