Meer informatie over de serie vieringen tussen Pasen en Pinksteren.
In de zes weken tussen Pasen en Pinksteren volgen we personen in de Bijbel die de weg van het licht gingen en leggen we een verband met hedendaagse personen die een voorbeeld voor ons zijn. Het idee voor deze serie is ontstaan toen onze dirigent Ton Tromp op vakantie in Portugal een expositie bekeek, waarin de klassieke katholieke kruisweg werd gekoppeld aan inspirerende personen uit de moderne tijd.
Vanochtend, 8 april, zijn we van start gegaan met deze serie en hebben we, aan de hand van een interview in dagblad Trouw (van 9 februari 2016), schrijver en publicist Stephan Sanders leren kennen als iemand die de beweging heeft gemaakt van niet-geloven naar (proef-)geloven. Net als de discipel Thomas Didymus uit het Johannesevangelie, die aanvankelijk grote moeite had geloof te hechten aan de boodschap die hem werd verteld, van de opstanding van Christus.
Verderop in deze serie kijken we in hoeverre het beeld van de Goede Herder past bij de overleden burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan. Ook zullen we in Maria van Magdala proberen te herkennen de onschuld van de terminaal zieke (en inmiddels overleden) Tijn Kolsteren, bekend van zijn nagellakactie bij 3FM Serious Request.
Benieuwd welke personen en onderwerpen in deze serie nog meer voor het voetlicht zullen worden gebracht? Houd deze website en onze pagina op Facebook in de gaten, en kom op zondagochtend om half 12 naar de dienst in de Martinikerk. Deze serie loopt van 8 april tot en met 13 mei 2018.

Centraal in de viering staat het Paasevangelie van Johannes, het bekende verhaal waarin Maria uit Magdala ’s ochtends in alle vroegte naar het graf komt waar het lichaam van Jezus in is gelegd. Ze treft het graf leeg aan, met de zware steen al voor de ingang weggerold. In de ontmoeting die volgt, dringt het besef maar langzaam tot haar door, dat het niet de tuinman is die bij haar staat en tot haar spreekt, maar dat het de Heer zelf is. ‘Rabboeni!‘ roept ze uit als ze hem herkent, dat betekent: ‘meester!‘.
Op Stille Zaterdag is er om 22:00 uur in de Nieuwe Kerk een korte Paaswake met voorganger Evert Jan Veldman. Daarna gaat het om 23:00 uur verder in de Martinikerk met de viering van de Paasnacht. We beginnen in stilte, bij het schaarse licht van enkele fakkels, nog onder de indruk van de geschiedenis van de afgelopen dagen en met name van de Goede Vrijdag. Maar met het doorbreken van het licht van de nieuwe paaskaars wordt ook de boodschap gehoord dat de dood niet het laatste woord heeft maar dat het nieuwe leven altijd sterker is. We vieren de Verrijzenis van Christus met de vernieuwing van geloofsbelijdenis en doop, met opnieuw het samen delen van het brood en de wijn en met het verspreiden van het licht, staande in een ruime kring. Voorganger is Evert Jan Veldman, verder werken mee de Cantores Sancti Martini onder leiding van Leo van Noppen en organist Henk de Vries.

De lezingen zijn uit Jeremia 31, over het nieuw te sluiten verbond met het volk van Israël, en uit Johannes 12, waarin Jezus uitspreekt dat de tijd gekomen is dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarna hij meteen vervolgt: “Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven.”
Volgelingen van Jezus, die in groten getale zijn toegestroomd, worden gevoed met de vijf broden en de twee vissen die één jongen heeft meegebracht. En dat blijkt ruimschoots voldoende voor iedereen, te oordelen naar de manden met de overgebleven stukken brood. Ook in de Martinidienst delen we ruimhartig met elkaar van wat ons gegeven wordt: brood en wijn, tot gedachtenis van Hem die gezegd heeft: “Ik ben het brood dat leven geeft” (Johannes 6:48).
De vastentijd stelt kritische vragen aan ons: wij bezinnen ons op leefstijl en leefpatronen, waar leef je van, uit welke bronnen put jij, wat hebben wij echt nodig en wat kunnen wij delen met elkaar. Ten aanzien van alle scheefgroei tussen arm en rijk heeft Gandhi eens gezegd: “Op deze aarde is genoeg voor ieders behoeften, maar niet voor ieders hebzucht”.