Stille Zaterdag en Paasnacht, 11 april 2020

Het is Stille Zaterdag. Wij mensen zijn volledig op onszelf teruggeworpen, na de tragische gebeurtenissen van de Goede Vrijdag, de kruisdood van Jezus. Voor ons ligt de onmetelijke diepte van de nacht, de donkere nacht waar we doorheen moeten, de Paasnacht. Zoals we ook in de huidige crisis ten gevolge van de corona-pandemie nu met zijn allen door een diep dal moeten; een lange reis, niemand weet hoe lang, maar we moeten er de tijd voor nemen. Het is als een lange donkere tunnel, waar we de hoop mogen vestigen op het voorzichtige nieuwe licht dat aan het eind van de tunnel gloort.

In het schaarse maanlicht

We beginnen de Paasnachtviering ieder jaar in een donkere Martinikerk. Alleen staat dit jaar slechts de nieuwe Paaskaars in het donker te wachten. Door de grote vensters van de kerk schijnt het maanlicht. Dat brengt ons een strofe uit de Matthäus Passion van Bach in herinnering:

So ist mein Jesus nun gefangen.
Laßt ihn, haltet, bindet nicht!
Mond und Licht
ist vor Schmerzen untergangen,
weil mein Jesus ist gefangen.
Laßt ihn, haltet, bindet nicht!
Sie führen ihn, er ist gebunden.

We lezen Lucas 23 vers 54 t/m 24 vers 11 (NBV)

Het was de voorbereidingsdag, de sabbat was bijna aangebroken. De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden Josef naar het graf om het te bekijken en om te zien hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd. Daarna gingen ze naar huis en bereidden ze geurige olie en balsem. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.

Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: “Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.” Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, maar die vonden het maar kletspraat en geloofden het niet.

Overweging

Normaal is de Paaswake de meest uitbundige viering van het kerkelijk jaar. We vieren de doorbraak van licht en leven met alles wat we in huis hebben aan vormen en liederen, woorden en gebaren. Het licht wordt binnengedragen, we lezen hoofdlijnen uit de Schrift, staan stil bij de betekenis van onze Doop en vieren rond de Tafel de gemeenschap met de Levende Heer. Dit jaar is het allemaal anders. Noodgedwongen blijven alle vormen die die traditie ons aanreikt achterwege. We moeten het doen met slechts afbeeldingen van de nieuwe Paaskaars.

Ongewild worden we één met wie geen bruikbare woorden of gebaren meer hebben door wat het leven bracht. Geschonden vertrouwen, zorg, gemis van gezondheid, verdriet – het donker kan diep zijn. Het evangelie van de Paasnacht begint in dit donker, met leegte en stilte. Dat kan misschien helpen om toch schoorvoetend de beweging te maken, de overgang van donker naar licht, van moedeloosheid naar vertrouwen, van stilte naar een lied.

De leerlingen van Jezus zijn al een tijdje buiten beeld. Ze hadden Hem verraden of verloochend – of waren angstig weggevlucht. Enkele vrouwen waren wel bij Jezus gebleven. Lucas had ze een paar keer eerder genoemd, terloops en anoniem. In Galilea waren zij door Jezus bevrijd van boze geesten en van ziekten. Sindsdien waren zij Jezus nagevolgd. De gegevens zijn summier maar veelzeggend, want in die tijd en omstandigheden horen vrouwen bij het meest rechteloze deel van de samenleving. En bezetenen en zieken zijn daarenboven ook nog in de greep van duistere krachten.

Jezus had hen aangesproken en opgericht. In Galilea had Hij hun leven een nieuwe wending gegeven. En ze waren opgestaan, achter Jezus aangegaan en Hem nagevolgd. Van Galilea naar Jeruzalem. En daar: van het Sanhedrin naar Pilatus en van Pilatus naar Golgotha. Telkens gebruikt Lucas het woord navolgen. In het verhaal van de Paasnacht leggen zij de laatste etappe af: zij volgen Jezus na tot aan het graf. “De vrouwen, die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden na en zij bekeken het graf en hoe zijn lichaam werd neergelegd.” Tot zover het duister, de verloren hoop.

Dan vertelt Lucas van twee mannen in blinkende gewaden. Dat had hij een keer eerder gedaan: in het verhaal van de verheerlijking van Jezus op de berg (Lucas 9:30). Het waren Mozes en Elia, de verpersoonlijking van Wet en Profeten, van de Schrift. Zij spraken met Jezus over zijn Exodus. Ook nu bij het lege graf verschijnen Mozes en Elia om over de Uittocht te spreken. Weer klinkt het getuigenis van Wet en Profeten. “Wat zoekt ge de Levende bij de doden? Hij is niet hier.

Mozes en Elia – volgens de Schrift is er van hen beiden op aarde geen graf gevonden – zij zijn de verpersoonlijking van het getuigenis van de Schrift, dat ook Jezus niet in een graf te vinden is. Hij is de Levende en zijn woord dat de vrouwen in Galilea had opgericht klinkt nog steeds. Op grond van dit verstaan van de Schrift keren de vrouwen het graf de rug toe. En op dat moment in het verhaal krijgen deze tot nu toe anonieme vrouwen hun naam: Maria van Magdala, Johanna, Maria, moeder van Jakobus. In de navolging krijgen zij hun naam, hun identiteit. Zij weten dat navolging betekent: weggaan van het graf van Jezus, omdat zijn woord nog steeds een bron van leven is.

De leerlingen van het eerste uur hebben nog een lange weg te gaan voor zij dat verstaan. Pas in het verhaal van de hemelvaart (Handelingen 1:10) begint het te lukken. Dan verschijnen voor de derde maal die twee mannen. “Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel?” Dat hun weg achter de Heer niet stopt bij zijn graf hadden ze inmiddels begrepen. Maar dat zij hun hart ook niet in de hemel moeten hebben, maar op de aarde, die Beloofd Land moet worden, dat moet het getuigenis van Mozes en Elia hen nog duidelijk maken. Zo gaat het verhaal via Jeruzalem verder. Van daaruit is het de wereld overgegaan. En telkens opnieuw als het getuigenis van Wet en Profeten klinkt, worden mensen weggeroepen uit het graf van moedeloosheid en traagheid en op weg gezet achter de Levende aan – op weg, altijd op weg – naar Jeruzalem Nieuw, waar God de tranen zal afwissen en waar het donker voorgoed is opgeklaard.

– Ynte de Groot

Muziek in de Paasnacht

Van oudsher wordt in de Paasnacht het Victimae Paschali Laudes gezongen. In het verleden werd het ook wel op het orgel van de Martinikerk gespeeld aan het eind van de Paasnachtviering. Luister via Youtube naar een opname van het Victimae Paschali Laudes vanuit de Notre Dame in Parijs. Zoals wij terugverlangen naar onze vieringen, zo doen ze dat in Parijs sinds de Goede Week van 2019 al een jaar lang. Beschouw dit als een mooie vorm van solidariteit. [Een link naar dezelfde opname, mét de Latijnse tekst en Nederlandse vertaling daarvan, vind je op de pagina van de Priorij Thabor te St. Odiliënberg.]

De ‘protestantse versie’ hiervan is cantate BWV 4 van Johann Sebastian Bach. Er zijn op internet vele uitvoeringen van te vinden, luister bijvoorbeeld hier naar een orgeluitvoering van het koraal BWV 625 ‘Christ lag in Todesbanden’. In beide muziekstukken (Victimae Paschali Laudes en Christ lag in Todesbanden) zou je dezelfde hoofdmelodie kunnen herkennen.

De paaskaarsen van 2020

Voor de 31e keer de paaskaarsen, de grote en de kinderkaars. Ik weet nog dat ik 1990 als eerste jaar op de kaarsen zette in m’n oude koude atelier in de stad. Ieder jaar op Goede Vrijdag kwam Hans van der Veen ze ophalen. Dit jaar gaat dat iets anders, Hans werkt thuis en haalt ‘m iets eerder, en ik woon ondertussen al vijf jaar in Ezinge.

Het thema van dit jaar is een gedicht van Remco Campert, uit Vogels vliegen toch (1951).

CREDO

ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen

ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots
wordt blauwe waterrots

maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert

De harde koppen besloot ik letterlijk zwart op wit neer te zetten in woorden. En ik werkte aan de kracht van water en rotsen. De krantenkoppen die harde feiten neerzetten en ongenadig schreeuwend neerdrukken en tegelijk water naar de rotsen dragen, wat symbool staat voor de zachte krachten, tegen de verdrukking ingaan.

Hoe waar is het, zeker nu in de coronacrisis, dat de zachte krachten ontzettend nodig zijn, opstaan, helpen waar je kunt en je niet gek laten maken door harde feiten. De zwart-witte krantenkoppen heb ik daarom achter blauw van de lucht wat verzacht en uiteindelijk schijnt zonlicht er overheen. Je kunt ze nog lezen, maar ze worden door het licht opgezogen. Dat er uit deze wereldwijde crisis iets mag opbloeien, we weer buigen voor de schoonheid van de natuur, genieten van de kleinste bloem die zonder vragen bloeit nu het weer lente is. Respect hebben voor de aarde en voor elkaar, dat we uiteindelijk weer als één organisme mogen ademen. Dat alle kaarsen die dit jaar aan de paaskaarsen worden aangestoken een stukje licht mogen brengen.

De kinderkaarsen maak ik altijd in dezelfde kleuren, maar ik vertaal de grotemensendingen naar iets wat bij hen past.

– Matty de Vries (www.mattydevries.nl)

P.S. Drie foto’s van de nieuwe paaskaars zijn tussengevoegd bij de overweging van Ynte de Groot (hierboven). Nog twee extra foto’s van deze nieuwe kaars zie je vanaf morgen op deze website, bij de overweging van Paasmorgen, 12 april 2020.

Goede Vrijdag, 10 april 2020

Normaalgesproken zouden we in deze paascyclus gezamenlijk zijn opgetrokken met de Nieuwe Kerk. Maar niets lijkt momenteel nog normaal te zijn, alles is anders dan anders dit jaar.

De Nieuwe Kerk maakt in deze tijd rond Pasen een speciale serie videodiensten, getiteld ‘Ondersteboven – Pasen in beeld’. We nodigen je van harte uit deze videoserie, en daarvan de dienst van Goede Vrijdag in het bijzonder, te volgen via het Youtube-kanaal van de Nieuwe Kerk.

Witte Donderdag, 9 april 2020

Lieve Martinigangers,

Wat mis ik in deze bijzondere tijden de ruimte van de Martinikerk, de vieringen, ons samenzijn… en wat geeft dat gemis, dat verlangen ook troost en kracht, omdat we ervaren hoe kostbaar en waardevol het is om te kunnen samenkomen in een viering!

Ik probeer een overweging te schrijven voor Witte Donderdag. Het helpt mij wanneer ik vanochtend mijn ogen sluit en in verbeelding de Martinikerk binnenga, rustig door het middenpad naar voren loop, het licht komt zo mooi en kleurrijk naar binnen stromen door de nieuwe glas-in-loodramen, de Paaskaars brandt en op de tafel staat de icoon die mij aanziet. Als ik vooraan ga zitten, kijk ik door de glazen deur en zie het hemelsblauw gewelf van het hoogkoor. Ik stel mij voor dat wij in een kring rond de tafel staan, en ik ga met mijn ogen rond en zie jullie staan, één voor één, in verbondenheid met elkaar, we wensen elkaar de vrede van Christus. Wanneer ik mijn ogen weer open, zing ik het lied dat zo verweven is met Witte Donderdag, Ubi caritas et amor, Deus ibi est.

De voetwassing (Rembrandt van Rijn), bij Johannes 13:1-15

Het is de avond van Witte Donderdag, de avond vóór Jezus zijn overlevering en dood. Het is een beladen avond, hij houdt zijn laatste maaltijd met zijn naaste leerlingen. En het gebeurt tijdens deze maaltijd, dat Jezus opstaat en de stoffige bevuilde voeten gaat wassen van zijn leerlingen. Dienstbaar werk is het, slavenwerk. Jezus heeft een linnen doek omgeslagen, dat is natuurlijk praktisch om de voeten te wassen en te drogen. Maar een linnen doek is ook begrafeniskleding. Jezus zal in een linnen doek begraven worden. Hij reinigt hen en wrijft de voeten van zijn discipelen droog met deze linnen doek.

Iemand die jouw voeten begint te wassen komt dicht bij je, raakt je aan, je laat het gebeuren… dat kan moeilijk zijn voor ons mensen. We willen zo graag onafhankelijk zijn, autonoom, zelf actief bepalen wat er gebeurt met je leven, dat geeft een gevoel van controle. We worden in onze samenleving niet echt aangemoedigd om dienstbaar te zijn of bescheiden. Nee, verpleegkundigen, schoonmakers, docenten, ze hadden weinig waardering of aanzien. Nee, integendeel, je moet van je eigen leven een geweldig project maken en jezelf steeds maar verbeteren en je onderscheiden en concurreren met een ander. Maar nu is de wereld tot stilstand gekomen door een virus, nu komt juist onze kwetsbare en afhankelijke kant aan het licht. We leven niet los van elkaar, we zijn verbonden met elkaar, met al wat leeft, in geven en ontvangen. Wat hebben we elkaar nodig!

De meester stelt zich op als een dienaar en buigt zich onder de voeten van zijn leerlingen, het is de omgekeerde wereld. Petrus protesteert maar Jezus wijst hem terecht: “Als je je niet door mij laat wassen, dan kun je niet bij mij horen, dan ben je niet met mij verbonden”.

Voetwassing (Sieger Köder)

Het schilderij ‘Voetwassing’ van Sieger Köder raakt mij, alleen al door de lichamelijke nabijheid die er uit spreekt. Jezus ligt geknield met blote voeten, een joodse gebedsmantel omgeslagen, zijn hoofd blijft verborgen. Petrus valt in het oog, met zijn voeten in het water. Zijn handen maken een dubbel gebaar, zo herkenbaar voor ons, denk ik. Een afwerend gebaar in zijn linkerhand… ik wil het niet, ik begrijp het niet, ik ben bang, ik geloof het niet… en een gebaar van vertrouwen en overgave in zijn rechterhand, die rust op de schouder van zijn leermeester, nabij en intiem. Maar als je goed kijkt ontdek je nog iets, het gelaat van Jezus is zichtbaar op een indirecte manier, het water in de waskom spiegelt zijn gelaat, het water met daarin de voeten van Petrus. Het is een prachtig en diepzinnig beeld. De voetwassing als een teken van verbondenheid met de Leermeester, hij wil zijn leerlingen inwijden in zijn manier van leven, zijn voet-sporen, die ook door het lijden heen zullen gaan.

Het is moeilijk voor Petrus, dat Jezus zich buigt onder zijn voeten, zijn blote voeten aanraakt en schoonwast, voeten die in contact zijn met de aarde, blote voeten die hem dragen, die door het vuil van de wereld lopen, die kwetsbaar zijn omdat je kan struikelen, of je kan verwonden onderweg. Verdriet, ziekte, verlies… het overkomt ons, wat worden we daarbij bepaald in deze corona-crisis. Jezus wast de voeten van zijn leerlingen en zij laten deze wikkelen en drogen in een linnen doek, zijn begrafeniskleed. Zo wast hij eigenlijk ook onze voeten en geeft op die manier iets door van de messiaanse weg van vrede en naastenliefde. Hij nodigt ons uit om ons eigen verdriet, onmacht of twijfel, onze kwetsbare kanten en verwondingen niet te overschreeuwen of uit de weg te gaan, maar te verbinden met dat leven in dienstbaarheid. In het gebaar van de voetwassing brengt Jezus ons bij het tegendraadse en dwaze van het geloof: Gods rijk is niet van deze wereld, maar van een omgekeerde wereld, een meester wordt dienaar, in zwakheid of kwetsbaarheid blijkt kracht schuil te gaan.

Ik besluit met een gedicht over de liefde: ‘Wat het is’ van de joodse vredesactivist Erich Fried.

Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde

Het is ongeluk
zegt de berekening
Het is alleen maar verdriet
zegt de angst
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht
Het is wat het is
zegt de liefde

Het is belachelijk
zegt de trots
Het is lichtzinnig
zegt de voorzichtigheid
Het is onmogelijk
zegt de ervaring
Het is wat het is
zegt de liefde.

– Matty Metzlar

Stille week, nog stiller dan anders

De Stille week is begonnen, de week tussen Palmpasen en Pasen. En zonder de gebruikelijke diensten op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en in de Paasnacht (vanwege de corona-maatregelen) is het in deze week nog stiller dan anders. En die stilte duurt ook veel langer dan deze ene week, misschien langer dan ons lief is.

Wel zullen er op de avond van Witte Donderdag, op de avond van Stille Zaterdag en op Paasmorgen, speciale bijdragen op deze website worden geplaatst. Houd martinidiensten.nl dus de komende tijd in de gaten!

Tenslotte nog een tip: in Deventer loopt momenteel een kunstproject rondom de 14 kruiswegstaties: Art Stations of the Cross. Bezoek van dit project ter plaatse is nu natuurlijk niet mogelijk, maar digitaal kun je de kunstwerken wel bekijken: www.artstations.org. Deze kunstroute is samengesteld door Anikó Ouweneel en Arent Weevers.

Palmpasen: Niet over het paard getild

Geen Martinidiensten tot en met 31 mei vanwege de corona-maatregelen. Voor afgelopen zondag 29 maart had Marga Baas een korte overdenking verzorgd, ditmaal heeft Jaap Koopmans zijn gedachten aan het papier toevertrouwd (maar dan digitaal), voor Palmzondag 5 april 2020. Lees het hieronder, we weten zeker dat het je zal opvrolijken. Het bijpassende Bijbelgedeelte is Marcus 11 vers 1 t/m 11.

Beminde gelovigen,

Onderweg tussen het dorp Eelde en de buurtschap Winde, kom ik langs een weiland waarin een ezel loopt. Ik ga langzamer en de ezel kijkt mij aan, althans dat verbeeld ik mij. Een ezel kan kijken en tegelijk niet kijken, staren. Een ezel is op het eerste gezicht, op het eerste gehoor, ja ja, ia, ia, een onnozel beest. Een ezel is bijvoeglijk dom. Een ezel is ongecompliceerd, simpel, niet een hooghartig, niet een parmantig dier. Heeft een paard hoofd en benen, een ezel heeft kop en poten, rechttoe rechtaan. Een paard is een edel dier maar – met alle respect – soms net iets teveel, hoofd in glanzend gepoetst tuig, en op hoge benen in hooghartige passen, dravend, hoogdravend. Gedresseerd, gedisciplineerd, hogeschool. Een ezel is dicht bij de grond, laaggeletterd, kop en poten, kop aan een touw, de poten in de modder. Dat gaat ook niet zo hard, een ezel, dat is zwoegen en sjokken. Een ezel is een lastdier, dat merk je aan alles, een werkezel.

Om aan te spiegelen? Kennen we elkaar? Ons kent ons. En warempel, dat meen ik allemaal in één oogopslag te zien in een weiland even buiten Eelde. Een ezel, hoe kom ik van Eelde via Winde – langs wolken, lucht en Winde –, via die ezel, via mijzelf, via jullie, via via, ia ia, in Godsnaam, in een Bijbelverhaal terecht? Ik vermoed via een omweg. Zoals meestal in het leven, zoals meestal in geloof. Geloven is vrijwel nooit rechttoe rechtaan, vaker via omwegen, kronkelpaden, een smalle weg. Een tocht waarop ik jullie vraag met mij mee te reizen. Als het aan mij ligt, liefst wel, een gelukkige reis. Het gaat trouwens nog anders, ga maar bij jezelf na, de reis begint niet nu pas, begint al bij Jezus en nog eerder, ver vóór hem, vér voor ons, een profetische voorspelling in een psalm: “Gezegend die komt in de naam van God”, God heeft Licht geschapen, vier feest met groene takken, lente.

Als ik dat zo in mij om laat gaan, dan zijn het aan de ene kant profetische woorden, hoogdravend, die worden vervuld. Aan de andere kant is het een verhaal van een gewoon mens op een ezel, schoorvoetend. Die Goddelijke ezelrijder die we leren kennen, hebben leren kennen, steeds beter, steeds wonderlijker, vertrouwd en vreemd tegelijk. Het Godswonder van herkenning. Omdat Jezus niet over het paard getild is, past hij zo goed op een ezel. Een gewone man, uit één stuk. En hier voor ons richting Pasen, dit jaar nog meer symbolisch, hoe dat verder gaat. Hoe zal dat waar worden in een lege straat? Een leeg dorp, een lege stad, een leeg land, een lege wereld? Gespiegeld? Niet hoog te paard, maar laaggezeten op een ezel, Hosanna, hei sanna, ho sanna hei, lang zal hij leven in de Gloria, ia. Onderdeel van zijn reis, zijn levensreis, ‘onze reis’ zal gaan via een omweg, neergang door de diepte, verbeeld door, op een ezelin, dat misschien wel onnozele maar ook heel gevoelige dier. Eenvoudig, niet met groot materieel en wapengekletter, maar wel: Houdt moed!

En de leerlingen en volgers, ze doen wat hij zegt, de geschiedenis voltrekt zich in de vanzelfsprekendheid waarmee de gebeurtenissen elkaar opvolgen. En het gebaar wordt begroet door de, ook gewone mensen van de straat, wij? In het leven van alledag, in deze bijzondere tijd, zie je soms zo’n wonder gebeuren, juist dan, juist nu. Zo kunnen we deze gebeurtenissen lezen, waar we zelf misschien wel aan mee zouden willen doen, als leerlingen en volgers. Het gebaar begroeten van een echt mens van God, mens met God, Jezus begroeten in mijn bestaan. Het is prachtig weer daar, vermoed ik, hier, mensen trekken spontaan hun mantels uit. Plaveien de stoffige weg met de allermooiste kleren, zo krijgt niet alleen de weg kleur. Zo krijgt het hele leven kleur. Zo wordt het een feestelijke optocht, van mannen en vrouwen, vaders en moeders, kinderen, ook de allerkleinsten in hun mooiste kleren mogen mee. Al is dat dan dit jaar niet mogelijk, zelfs verboden, dan vrijwel vast en zeker volgend jaar: Palmpasen 28 maart 2021. Laat het klinken als een voorspelling, een belofte. En daarmee heeft die kleine optocht van ooit, nu een extra betekenis. Twee eenvoudige stukken hout, twee, een kruis, het krijgt een emotionele lading die nog eens extra wordt versterkt, in de dubbelzinnigheid ervan, een kruis: hout moet. Feest met een traan en een lach, en daarom een dubbelzinnig feest. (Heeft niet ieder feest, niet alleen nu, maar altijd ook ergens een droevige ondertoon, die een feest nog meer tot feest maakt?)

Als we zo de verbinding kunnen maken met deze dag, deze tijd. Als je je daaraan durft overgeven, krijgt het door alles heen de trekken van een vreugdedans. Leven, de dans niet vergeten, ook al is het ritme verstoord. “Hosanna, gezegend hij die komt in de naam van God”. Een ezel die ons bescheiden maakt, het lied dat ons uitbundig maakt over het wonder van leven, juist ook nu. Primair en basaal, oorspronkelijk, teruggebracht naar oorsprong, bron en hoop ik daaruit het wonder van leven, geloven, open en liefhebben. Liefde in tijden van Corona!

Nog even terug naar de ezel van het begin. Omdat Jezus niet over het paard getild is, paste hij zo goed op een ezel.

In de morgen, nog in de ochtendmist, een wandeling.
De kleur nog vaag, de grond al in het groen.
De lucht nog ijl een prachtig licht van toen,
Stil grazend met een grijze vacht, zie ik opeens op bleke
poten een jonge ezel; zijn oren leken
nergens op en dan die domme kop.
Haar doorzichtige ogen blonken
als water, ernstig en bezonken
en onpartijdig was haar blik.
Ik raakte in verwondering, het zal eerbied zijn geweest,
wat dom, hoezo dom, en wie weet nog meer.
Want het was dit mooie, ongeschonden beest,
waarmee ik anders verder ging.
Een ervaring van tijdloze herinnering:
Besef zoals het is geweest en weer zal zijn.
De gaafheid, de zachtzinnigheid,
een speelse ernst en dromerigheid,
O kan dat steeds beginnen, en weer zo zijn,
na een geduldig ongeduldig wachten
kan dat steeds opnieuw beginnen,
langs een weiland met een ezel.
Ik vermoed dat zij er nog net zo staat, die ezelin.
Kijkend niet kijkend.
Ik kijk naar haar, alsof er iemand op haar rug heeft gezeten. Ja ja, ia, ia.

– Jaap Koopmans

Meditatie voor zondag 29 maart

Nu we vanwege de corona-situatie voorlopig geen Martinidiensten met elkaar kunnen vieren, in ieder geval tot en met 31 mei 2020, nu de kerken noodgedwongen leeg blijven, moeten we op zoek naar andere vormen om elkaar te bemoedigen, ondersteunen en inspireren. Voor zondag 29 maart heeft Marga Baas een meditatie geschreven, passend bij het Bijbelverhaal over Martha en Maria en hun broer Lazarus die de twee zussen dachten te zijn kwijtgeraakt aan de dood. Lees deze meditatie hieronder:

Zondag 29 maart

Johannes 11 staat op het leesrooster vandaag. Een schokkend verhaal. Het barst bijna uit zijn voegen van de emoties. Martha en Maria zijn diep bewogen om Lazarus, hun broer. Ze doen een beroep op Jezus. De één met haar protest tegen de dood. De ander met haar tranen van verdriet. Beiden met hun geloof dat duisternis en dood het laatste woord niet mogen hebben.

Martha, als eerste van de twee, gaat met Jezus in gesprek, als Job met God. Zij houdt zich vast aan het geloof van Israël:
“Ik weet dat mijn broer zal opstaan bij de opstanding ten jongsten dage.”
“Ik ben de opstanding en het leven” antwoordt Jezus haar. Hij geeft daarmee te kennen wie hij is. Zijn woord, zijn weg betekent toekomst voor ieder die in angst en doem gevangen zit. Niet later, ooit – maar hier en nu is het mogelijk om op te staan tot een nieuw leven; een bestaan in verbondenheid met de Eeuwige, met God-Ik-zal-er-zijn.

Martha’s antwoord is een credo. Het omvat wat eerder in hetzelfde evangelie is beleden: door Nicodemus, door de Samaritaanse, door de blindgeborene. Zij zegt:
“Ik geloof dat u de Messias bent, de zoon van God die in de wereld komen zou.”
Haar geloof zet haar aan Maria op te zoeken, nog steeds gevangen in verdriet. Zij spoort haar zuster aan om op te staan, in de richting van hem die het leven zelf is. Zo worden beiden tot getuigen van opstandingsleven.

En Lazarus? Hij wordt uit het graf tevoorschijn geroepen. Op het moment dat hij de stem van de Messias hoort, komt zijn bestaan aan het licht. Het wordt Pasen.

Michel van der Plas schreef:

Als Jezus ver is, ben ik dood,
word ik gemist, ben ik alleen,
komt in mijn nacht mijn armoe bloot
en lijkt mijn leven wel van steen…
Als Jezus roept, roept Hij mijn naam,
brengt Hij mijn leven aan het licht,
is Hij de zon die ik beaam,
krijgen mijn ogen weer gezicht.

Hij weet het zelf, en Hij
is naar mij onderweg, altijd;
ik moet er zijn, Hij zoekt naar mij,
zijn lieve mens, om wie Hij schreit.
Ik roep U Jezus in mijn nacht,
ik roep U arm en bloot en kil,
U bent de God op wie ik wacht,
U bent het leven dat ik wil.

– Marga Baas

Terugblik lunchbijeenkomst 8 maart

Na de viering van 8 maart hebben we samen geluncht en in vier groepen de vieringen besproken zoals die de afgelopen maanden zijn geweest en hoe we verder gaan. De algemene indruk over de vieringen was goed, minstens even inspirerend als voorheen. Een samenvatting van hetgeen we met elkaar besproken hebben kun je hier lezen.

Afsluitend presenteerde Matty Metzlar het thema voor de vieringen in de Paastijd onder de titel ‘Dwarsliggen, leven vanuit opstanding’. (Update: echter vanwege het niet doorgaan van de vieringen in april en mei moeten we dit thema misschien maar tot later bewaren…)

N.B. Tot en met 31 mei (in ieder geval) komen de Martinidiensten te vervallen vanwege de corona-situatie.

The sermon that wasn’t held in the March 15th Morning Prayer

Regretfully we couldn’t celebrate our monthly Morning Prayer this morning. The service had to be cancelled due to the measures taken in relation to the corona virus outbreak. Instead, we offer you the text of the sermon that Revd. Rudolf Oosterdijk has written for this March 15th Morning Prayer. We hope that his explanation of the living water as a gift from the Lord (Jesus himself is the living water) will serve as a source of inspiration for all of you, especially in the present time in which life appears to have come to a standstill, caused by this terrible virus that is spreading around the world.

Note: No Martinidienst on March 22nd and 29th and April 5th.

Rudolf Oosterdijk’s sermon can be downloaded here.

Vanochtend hebben we helaas onze maandelijkse Morning Prayer niet met elkaar kunnen vieren, doordat we de dienst hebben moeten annuleren vanwege de maatregelen die zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus. In plaats daarvan bieden we hierbij de tekst van de overweging aan, die Rudolf Oosterdijk voor deze Morning Prayer heeft geschreven. Moge een ieder inspiratie putten (letterlijk!) uit Rudolf’s uitleg over het levende water als een gave van God (Jezus die zelf het levende water is), in het bijzonder in de huidige tijd waarin het leven tot stilstand lijkt te zijn gekomen door dat vreselijke virus dat zich over de hele wereld verspreidt.

N.B. Geen Martinidienst op 22 en 29 maart en 5 april.

Download hier Rudolf Oosterdijk’s (Engelstalige) overweging.

Morning Prayer March 15th cancelled

With deep regret, we have had to take the decision to cancel the Morning Prayer service on Sunday, March 15th, due to the measures taken in relation to the corona virus outbreak. There will also be no Martinidienst (service in the Dutch language) on Sunday, March 22nd and 29th. Information about any change in the situation and about how things will develop towards the month of April, will be provided on this website and in our newsletter. You can subscribe to our newsletter here. Or send an e-mail to info@martinidiensten.nl.

Tot onze spijt hebben wij moeten besluiten de Morning Prayer van zondag 15 maart geen doorgang te laten vinden. Dit in verband met de maatregelen die zijn genomen vanwege de uitbraak van het coronavirus. Ook de Martinidiensten van zondag 22 en 29 maart komen te vervallen. Wanneer er verandering in de situatie optreedt en wanneer we meer weten hoe de zaken zich ontwikkelen voor de maand april, dan wordt de informatie daarover verspreid via deze website en in onze nieuwsbrief. Voor de nieuwsbrief kun je je hier abonneren, of stuur een e-mail naar info@martinidiensten.nl.

Morning Prayer on the 3rd Sunday of Lent

UPDATE: The Morning Prayer of March 15th will be cancelled.

Since several months, we organise a Morning Prayer service in the Martini Church in Groningen on the third Sunday of each month at 11:30 am. Next Sunday, on March 15th, which is the 3rd Sunday of the 40-day Lent season (the time of preparation for Easter), this will not be different. During the hour of this service, we try to bring to life some of the rich choral tradition from the Anglican church here in Groningen, accompanied by music played on the world famous Martini organ.

The Dutch Choral Singers, directed by Henk de Vries, will perform various choral works such as “Te Deum in B” by Charles Villiers Stanford and “Glorious and powerful God” by Charles Wood. As usual, there will also be a number of hymns for the congregation to sing together. The service will be ministered by Revd. Rudolf Oosterdijk and the organ will be played by Vincent Hensen-Oosterdijk.

The theme of this service is derived from the two Bible readings, from both of which we hear about the living water as a gift from the Lord. Whilst the people of Israel stay in the desert for forty years, freed from slavery in Egypt and making their journey towards the Promised Land, they are suffering from thirst and complain about it to their leader Moses. As a sign from the Lord, water flows out of a rock after Moses strikes it with his rod. In the Gospel of John, we read the story about Jesus, who encounters a Samarian woman who seeks to draw water from a well. Jesus speaks to her about the gift of God: whoever drinks from the living water, will never get thirsty again.

The order of service can be downloaded here.

Special notice: until June 2020, our Morning Prayer services are held on the third Sunday of each month. After the summer holiday, starting September 6th, we will continue these Morning Prayers on the first Sunday of each month.

UPDATE: De Morning Prayer van 15 maart gaat niet door.

Sinds een aantal maanden vieren we op de derde zondag van iedere maand een Engelstalige Morning Prayer, om 11:30 uur in de Groninger Martinikerk. En aanstaande zondag 15 maart, de derde zondag van de veertigdagentijd (waarin we ons voorbereiden op Pasen) is dat niet anders. In ongeveer een uur proberen we, begeleid door het wereldberoemde Martiniorgel, iets van de beleving uit de rijke Engelse koortraditie ook in de Martinikerk in Groningen tot leven te brengen.

Dutch Choral Singers in St. Paul’s Cathedral, London, January 2019

Het koor, the Dutch Choral Singers, onder leiding van Henk de Vries, zal diverse koorwerken ten gehore brengen, waaronder “Te Deum in B” van Charles Villiers Stanford en “Glorious and powerful God” van Charles Wood. Zoals gebruikelijk is er voor alle bezoekers volop gelegenheid mee te zingen met een aantal hymns. Voorganger in deze dienst is Rudolf Oosterdijk, en het orgel wordt bespeeld door Vincent Hensen-Oosterdijk.

Het thema van de viering is ontleend aan de beide Bijbellezingen, waarin het levende water als gave van God de verbindende schakel is. Tijdens het veertig jaar durende verblijf van het volk Israël in de woestijn, bevrijd uit de slavernij in Egypte en onderweg naar het Beloofde Land, klagen de mensen bij hun leider Mozes over de enorme dorst die ze lijden. Als teken van God laat Mozes water stromen uit een rots, nadat hij er met zijn staf op heeft geslagen. In het Evangelie naar Johannes lezen we over de ontmoeting van Jezus met een Samaritaanse vrouw die water komt putten bij een bron. Jezus spreekt met haar over de gave van God: wie van het levende water drinkt zal nooit meer dorst lijden.

Download hier alvast de (Engelstalige) liturgie.

N.B. Tot en met juni 2020 vinden de Engelstalige Morning Prayers plaats op de derde zondag van de maand. Na het zomerreces, vanaf 6 september gaan we door met onze Morning Prayers op de eerste zondag van de maand.