Hoe zal ik U ontvangen, op Palmzondag

Hoe zal ik U ontvangen, wat wordt mijn eerste groet?” Deze liedregel kan mooie gedachten oproepen van wederzijdse gevoelsrichting. En dat op Palmzondag, als je denkt dat het vrolijke feest van de intocht wel de overhand zal krijgen. “Hoe zal ik U ontvangen?”, met ieder mogelijk antwoord blijft de vraag, tot in het lied “I don’t know how to love Him”.

Hoe imponerend en overtuigend Jezus ook is, nog steeds, aarzeling en scepsis die liefde en vertrouwen in de weg staan, kunnen blijven opspelen. Een oprechte en doorvoelde twijfel kan gaandeweg, zingenderwijs de toon van een belijdenis krijgen. In het Bijbelgedeelte Marcus 14 breekt een vrouw door de barrière van zogenaamd fatsoen en misplaatste zuinigheid heen, en komt zo het dichtste bij Jezus. Tussen levenslust en lijdenskunst? Haar poging is indrukwekkend en bewonderenswaardig, en kan ons lucht geven om op adem te komen.

Op Palmzondag 28 maart gaat Jaap Koopmans voor in de Martinidienst. Met orgelspel van Jan de Roos, verzorgt Maarten van Damme de zangpartijen.

► Download hier alvast de liturgie.

► We hebben deze viering op zondag 28 maart 2021 vanaf 11:30 uur live uitgezonden via het Youtube-kanaal Martinidiensten. Terugkijken van de livestream kan via deze link. Als op enig moment deze video niet meer publiek beschikbaar is, kan nog tot enkele weken na de dienst de geluidsopname (MP3) worden teruggeluisterd via deze link.

Collecte: Allen die deze viering online meekijken (via de livestream of achteraf), worden van harte uitgenodigd bij te dragen aan de collecte. Dat kan door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL27 RABO 0136784798 t.n.v. Stichting GSp, onder vermelding van “instandhouding Martinidiensten”. Of op hetzelfde rekeningnummer, onder vermelding van “diaconale collecte: Heel Groningen Helpt”. Wil je aan beide collectes bijdragen, doe dat dan bij voorkeur met twee aparte overboekingen, elk met de juiste betalingsomschrijving. Bedankt voor je gift! Meer over giften en fiscale aftrekbaarheid, zie de giftenpagina.

Lentedagje (51)

Het is lente maar geen linkse lente. Toen vorige week woensdag om negen uur ’s avonds de uitslagen van de exitpoll van de verkiezingen naar buiten kwamen, bleek al snel dat de linkse partijen een historisch laag aantal zetels hadden gehaald. In de hoogtijdagen van Joop den Uyl haalde de PvdA wel eens 53 zetels; nu haalden de PvdA, GroenLinks en de SP samen maar 26 zetels. Veel van de zetels gingen naar D66 van Sigrid Kaag.

Ik stemde zoals meestal PvdA. Ik vind het belangrijk dat er een eerlijke verdeling van de welvaart is, dat kinderen uit minimagezinnen genoeg te eten hebben en naar school kunnen, dat er kansen zijn voor iedereen en dat we goed zorgen voor het milieu. Ik had gehoopt dat Lilianne Ploumen met haar ontwapenende nuchterheid nog voor een verrassing kon zorgen bij de verkiezingen maar die hoop bleef uit. Toen ik de volgende ochtend wakker werd en de verkiezingsuitslagen op me ingewerkt waren, realiseerde ik me dat ik bij een minderheid hoorde. Het socialisme is iets uit het verleden met een rode vlag, de Internationale, rooie vrouwen en de VARA-gids. Tegenwoordig stemmen mensen van links op de sociaal-liberalen van D66 of zijn ze opgeschoven naar rechts. Solidariteit lijkt iets uit het verleden.

Het lijkt erop dat veel mensen vooral voor hun eigen deelbelangen hebben gestemd. De horeca moet weer open, we moeten eerder met pensioen kunnen, er moeten niet te veel vluchtelingen ons land binnenkomen, boeren willen hun veestapel behouden. De stedelijke kosmopolieten willen een snelle energietransitie, aan de rechterkant willen kiezers Nederland houden zoals het is: liefst zo wit mogelijk (maar wel met zwarte piet…), zonder moskeeën, zonder windmolens en gewoon met elke avond een gehaktbal op het bord.

Ik mis de solidariteit. De socialisten hadden vroeger het verheffingsideaal, waarbij arbeiders door een goede opleiding het beter zouden krijgen. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten: mensen met een hoger inkomen betalen meer belasting, zodat mensen met een krappere beurs mee kunnen profiteren van de welvaart. Nu heb je de ziektekostenverzekering van Promovendum voor hoger opgeleiden: als je hoger opgeleid bent, betaal je minder premie omdat je dan vaker een betere gezondheid hebt.

Links is als de kerk. Ooit was het een bloeiende beweging, nu behoor je tot een vergrijzende minderheid als je naar de kerk gaat. De vorm spreekt veel mensen niet meer aan. We slapen op zondagmorgen liever uit of lezen de Happinez in plaats van dat we naar een preek luisteren over een boek met weerbarstige verhalen uit een andere cultuur van tweeduizend jaar en meer geleden.

En toch blijf ik! Ik vind de vorm van de kerk ook niet altijd even aansprekend. Een preek is vaak te weinig interactief, de taal van de liederen komt uit een ander tijdperk, de melodieën zijn vaak honderden jaren oud. Maar de boodschap van de verhalen blijft me aanspreken: dat ieder mens ertoe doet, een lamme gaat lopen, een blinde weer gaat zien, dat de dood niet het laatste woord heeft.

Het doet me denken aan een liedje van cabaretier Jeroen van Merwijk, een maatschappijkritische cabaretier. Hij werd door de recensenten geprezen, maar trok geen volle zalen. Toch bleef hij voorstellingen maken, wel twintig. Begin deze maand overleed hij op 65-jarige leeftijd aan kanker. In het liedje ‘Ik geloof’ zingt hij over de dingen waarin hij gelooft: in het vechten tegen bierkaaien, in een wang voor een wang, een tand voor een tand, in verbeelding en in theater. Als conclusie trekt hij: “Met de moed van de wanhoop en tegen beter weten in blijf ik geloven omdat het wel moet.”

Al behoor ik misschien tot een minderheid, ik blijf in mijn idealen geloven. Het is misschien niet hip maar ik moet wel.

– Tim Smid

Beluister op Youtube het liedje ‘Ik geloof’ van Jeroen van Merwijk.

Lentedagje (50)

Officieel is dit (vrijdag 19 maart) nog een winterdagje. Morgen begint de lente en vanochtend toen ik naar het kanaal fietste om te zwemmen vroor het nog. Maar de zon was er ook. Uitbundig en hoog al! Gisteren was het grijs maar in het grijs was de lente misschien wel prominenter aanwezig dan in de zon. Juist omdat je ernaar moet zoeken, zie je meer dan wanneer de zon je overrompelt en je met lente om de oren slaat.

Terwijl ik een beetje mopperde gister op het grijs, het grauw en de miezer hoorde ik heel veel vogels. Ze zongen blijmoedig hun eigen lied en het klonk als een kerkkoor waarin iedereen zijn eigen favoriet zingt. Ik hoorde merels, meesjes en een parmantig hoep hoep. Ik ben niet heel goed in vogelgeluiden maar ik kan met zekerheid zeggen dat het een hop was, want hij donderde met behoorlijke vaart uit de boom voor mijn voeten. Zo’n mooi vogeltje met die indianenhoofdtooi boven zijn jarenvijftig-roze verenkleed. Ik denk dat hij een meisje aan het imponeren was. De spechten zijn daar ook druk mee. We hebben er een die vol vreugde op de lichtmasten van de tennisbaan zit te hakken. Al jaren. Een metalhead specht. Zolang hij niet naast je huis woont, is dat toch iets om om te glimlachen.

Ik wandelde met mijn hond. Twee keer per dag in hetzelfde gebied, al bijna 19 jaar, en nog zie ik nieuwe dingen en verrast de natuur me telkens weer. Er is een stukje op mijn wandeling waar mijn jachthond altijd even stevig met haar neus op de grond gaat. Vorige week zag ik er ineens een wezeltje het pad overschieten de sloot doorzwemmen en in een holletje in de oever duiken. Wat een cadeautje.

Het was gisteren zo’n dag waarop ik zonder hond niet was gaan wandelen, maar uiteindelijk vond ik meer schoonheid en scheppingswonderen dan dat ik doe op een zonovergoten lentedag. Het feit dat ik moet zoeken maakt het mooier! Het lukt me niet altijd uiteraard, maar een wandeling met volle aandacht brengt me altijd iets wat mijn ziel oplaadt, wat me verwondert en blij maakt.

Ik las vorige week een heel kort stukje Mary Oliver. Een Amerikaanse dichter die ik zeer bewonder. Deze instructie voor het leven past me goed:

Instruction for living a life.
Pay attention.
Be astonished.
Tell about it.

Ik let op en verwonder me en ik mag daar dan af en toe hierover vertellen. I am living a life!

– Marieke Laauwen

De ander recht doen: zondag Judica

In de Veertigdagentijd, de weken voor Pasen, wordt komende zondag van oudsher zondag Judica genoemd, een verwijzing naar de beginregel van Psalm 43: Heer doe mij recht. We kunnen dan allereerst denken aan een rechteloze zijn rechten geven. De psalm zou dan vooral een gebed tot God kunnen zijn om mens te kunnen zijn met gelijke rechten en plichten. Maar moeten we de vraag om ‘recht te verschaffen’ niet veel breder zien? Juist ook in verbinding met de aarde, zoals in de lezing uit het Lucasevangelie over de ‘onrechtvaardige pachters’, waar de opbrengst aan vruchten een twistpunt vormt.

Voorganger in de viering van zondag 21 maart is Lense Lijzen. Het koororgel wordt bespeeld door Jan de Roos en we horen de zangstem van Dorine Wijmenga.

► Download hier alvast de liturgie.

► We hebben deze viering op zondag 21 maart 2021 vanaf 11:30 uur live uitgezonden via het Youtube-kanaal Martinidiensten. Terugkijken van de livestream kan via deze link. Als op enig moment deze video niet meer publiek beschikbaar is, kan nog tot enkele weken na de dienst de geluidsopname (MP3) worden teruggeluisterd via deze link.

Collecte: Allen die deze viering online meekijken (via de livestream of achteraf), worden van harte uitgenodigd bij te dragen aan de collecte. Dat kan door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL27 RABO 0136784798 t.n.v. Stichting GSp, onder vermelding van “instandhouding Martinidiensten”. Of op hetzelfde rekeningnummer, onder vermelding van “diaconale collecte: Lutje Geluk”. Wil je aan beide collectes bijdragen, doe dat dan bij voorkeur met twee aparte overboekingen, elk met de juiste betalingsomschrijving. Bedankt voor je gift! Meer over giften en fiscale aftrekbaarheid, zie de giftenpagina.

Vijf broden en twee vissen

Halverwege de vastenperiode voorafgaand aan Pasen, op zondag Laetare, is de Martinidienst van zondag 14 maart opgebouwd rond het Evangelieverhaal over de wonderbare spijziging. Als een grote menigte zich rondom Jezus verzameld heeft, vragen de discipelen zich af hoe ze al die mensen te eten kunnen geven. De vijf gerstebroden en de twee vissen die een jongen heeft meegebracht, blijken op wonderlijke wijze voldoende om die hele mensenmassa verzadigd te krijgen, en er blijft zelfs nog over!

Voorganger in deze viering is Matty Metzlar. Het koororgel wordt bespeeld door Jan de Roos. Lies Hoexum en Martin de Bruijn nemen de zangpartijen voor hun rekening.

► Download hier alvast de liturgie.

► We hebben deze viering op zondag 14 maart 2021 vanaf 11:30 uur live uitgezonden via het Youtube-kanaal Martinidiensten. Terugkijken van de livestream kan via deze link. Als op enig moment deze video niet meer publiek beschikbaar is, kan nog tot enkele weken na de dienst de geluidsopname (MP3) worden teruggeluisterd via deze link.

Collecte: Allen die deze viering online meekijken (via de livestream of achteraf), worden van harte uitgenodigd bij te dragen aan de collecte. Dat kan door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL27 RABO 0136784798 t.n.v. Stichting GSp, onder vermelding van “instandhouding Martinidiensten”. Of op hetzelfde rekeningnummer, onder vermelding van “diaconale collecte: Ziekenhuis in Malawi”. Wil je aan beide collectes bijdragen, doe dat dan bij voorkeur met twee aparte overboekingen, elk met de juiste betalingsomschrijving. Bedankt voor je gift! Meer over giften en fiscale aftrekbaarheid, zie de giftenpagina.

Lentedagje (49)

Mijn collega vroeg mij onlangs: ‘Zeg Arjen, heeft de komst van jullie kind je nu ook hoopvoller gemaakt?’ Dat vond ik een mooie vraag. Je wordt zo gedwongen om met sacramentele ogen naar de wereld te kijken, omdat de vraag gesteld wordt hoe het heilige in het dagelijks leven verschijnt. Want hoopvol word je niet van de krant of van Facebook. Er zal iets van God of van zijn Rijk moeten oplichten.

Mijn intuïtie gaat een beetje twee kanten op. Enerzijds is het nogal wat, om in een onrustige en gevaarlijke wereld als de onze een kind groot te moeten brengen. Bezorgdheid lijkt mij dan eerder op z’n plaats dan hoop.

Tot woorden van Jezus mij binnenvielen. Want Jezus zegt: wees niet bezorgd! Kijk eens naar de lelies op het veld, kijk eens hoe ze groeien. Ze spinnen niet en ze werken niet, en toch zien ze er beter uit dan de meest protserige koning die jullie je kunnen herinneren: Salomo.

Onze dochter werkt niet, en spint niet, en ik wed dat ze er beter uitziet dan Salomo. Ik zie dat de onschuld en het hoopvolle begin van het nieuwe leven dingen doet bij mensen. Grootouders heb ik nog nooit zo gelukkig gezien. Mijn overgrootoma werd even heel helder in de mistwolken van haar dementie toen ze onze dochter in haar armen had. Mijn schoonzusje die revalideert en daarom vaak in Groningen te vinden is.

Baby’s zijn sacramenten van hoop. Het is goed protestants om te zeggen: de sacramenten van doop en avondmaal versterken ons geloof. Op dezelfde manier wakkeren kleine baby’s onze hoop aan, omdat we weten dat ze hun oorsprong vinden in de gedachten van de Eeuwige. Het votum herinnert ons eraan: die niet loslaat wat zijn hand begon. Dat geldt voor baby’s, maar ook voor de hele wereld. Dat te bedenken maakt mij hoopvol.

– Arjen Zijderveld

Afbreken en in drie dagen weer opbouwen

Breek deze tempel maar af en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.” Met deze woorden wijst Jezus vooruit naar zijn lijden, zijn kruisdood en zijn opstanding op Paasmorgen. Hij zegt dit nadat hij eerst hardhandig het tempelplein heeft ‘schoongeveegd’, door de handelaren in offerdieren en de geldwisselaars eruit te jagen – die hadden er in zijn ogen een markt van gemaakt, of een rovershol zoals ook wel gezegd wordt. Rond dit gedeelte uit het Johannesevangelie is het thema van de Martinidienst van 7 maart gekozen.

Oorspronkelijk stond deze dienst ingepland als Morning Prayer, die vanwege de coronabeperkingen niet in de traditionele vorm kan plaatsvinden, maar wel bevat de liturgie een aantal herkenbare elementen van het Morgengebed en ook zullen er enkele Engelstalige liederen gezongen worden. Henk de Vries, die normaalgesproken de Dutch Choral Singers dirigeert, neemt de zangpartijen voor zijn rekening. Voorganger is Rudolf Oosterdijk en Jan de Roos bespeelt het orgel.

► Download hier alvast de liturgie.

► We hebben deze viering op zondag 7 maart 2021 vanaf 11:30 uur live uitgezonden via het Youtube-kanaal Martinidiensten. Terugkijken van de livestream kan via deze link. Als op enig moment deze video niet meer publiek beschikbaar is, kan nog tot enkele weken na de dienst de geluidsopname (MP3) worden teruggeluisterd via deze link.

Collecte: Allen die deze viering online meekijken (via de livestream of achteraf), worden van harte uitgenodigd bij te dragen aan de collecte. Dat kan door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL27 RABO 0136784798 t.n.v. Stichting GSp, onder vermelding van “instandhouding Martinidiensten”. Of op hetzelfde rekeningnummer, onder vermelding van “diaconale collecte: Stichting Urgente Noden (SUN)”. Wil je aan beide collectes bijdragen, doe dat dan bij voorkeur met twee aparte overboekingen, elk met de juiste betalingsomschrijving. Bedankt voor je gift! Meer over giften en fiscale aftrekbaarheid, zie de giftenpagina.

Ontmoetingen op grote hoogte

Op de tweede zondag in de veertigdagentijd staat de Martinidienst thematisch in het teken van twee bekende Bijbelverhalen over bijzondere ontmoetingen boven op een hoge berg. In het boek Exodus lezen we over de ontmoeting van Mozes met God op de berg Sinaï, waar hij veertig dagen en veertig nachten verblijft en waar hij ook de stenen platen met de Tien Geboden ontvangt.

De Evangelielezing uit Marcus gaat over de verheerlijking op de berg. Als Jezus drie van zijn volgelingen (Petrus, Jakobus en Johannes) meeneemt een hoge berg op, zijn deze drie daar getuige van een wonderlijke ontmoeting tussen Jezus, Mozes en Elia. Een tafereel dat zich afspeelt in het helderste witte licht, en waarbij een vreugdevolle boodschap klinkt als een stem uit de hemel. Petrus wil dit moment langer kunnen vasthouden en biedt aan om daar bovenop die berg drie tenten op te slaan, één voor Jezus, één voor Mozes en één voor Elia, maar dat lijkt nu, op die plek, net niet de bedoeling.

Voorganger in deze viering is Ynte de Groot. Het koororgel wordt bespeeld door Pieter Pilon.

► Download hier alvast de liturgie.

► We hebben deze viering op zondag 28 februari 2021 vanaf 11:30 uur live uitgezonden via het Youtube-kanaal Martinidiensten. Terugkijken van de livestream kan via deze link. Als op enig moment deze video niet meer publiek beschikbaar is, kan nog tot enkele weken na de dienst de geluidsopname (MP3) worden teruggeluisterd via deze link.

Collecte: Allen die deze viering online meekijken (via de livestream of achteraf), worden van harte uitgenodigd bij te dragen aan de collecte. Dat kan door een bedrag over te maken op rekeningnummer NL27 RABO 0136784798 t.n.v. Stichting GSp, onder vermelding van “instandhouding Martinidiensten”. Of op hetzelfde rekeningnummer, onder vermelding van “diaconale collecte: Heel Groningen Helpt”. Wil je aan beide collectes bijdragen, doe dat dan bij voorkeur met twee aparte overboekingen, elk met de juiste betalingsomschrijving. Bedankt voor je gift! Meer over giften en fiscale aftrekbaarheid, zie de giftenpagina.

Winterdagje (48)

Op de wierde van Groot Wetsinge tussen Sauwerd en Winsum staat een beeld van Gert Sennema, ‘Mij dorst’. Een houten man staat licht voorovergebogen, een gepijnigde blik, met een lange stok in zijn hand, aan het einde van de stok een spons. De stok staat in lijn met de nog kale takken van de bomen achter het beeld. ‘Mij dorst’ heet het beeld naar één van de kruiswoorden van Jezus. Jezus hing aan het kruis, had dorst en kreeg via een spons aan een stok vocht aangereikt.

De sculptuur van Gert Sennema vind ik goed bij deze tijd passen. We hebben dorst naar contact, naar mensen zien, naar aanraken, naar inspiratie. De houten figuur lijkt wanhopig met de spons op zijn stok de regendruppels uit de lucht te plukken. Ik kwam bij het kunstwerk na een lange fietstocht over het Hogeland. De zon scheen, het was 15 graden, er hing een vroege lente in de lucht. Ik fietste langs het Reitdiep naar Wierumerschouw op zoek naar de eerste tekenen van de lente. Bij het Sterrebos in de stad stonden de eerste krokussen al voorzichtig in bloei. Maar op het Hogeland waren nog weinig sneeuwklokjes en krokussen te zien. Op sommige sloten lag nog ijs en her en der een hoopje sneeuw. De wierde van Wierumerschouw lag er nog kaal bij. Medewerkers van de gemeente waren bezig takken te snoeien. Het idyllische plekje was niet zo mooi als in de lente of zomer.

De terugweg naar de stad was taai. Er stond een flinke tegenwind en mijn stadse transportfiets trapte zwaar. Ik was even vergeten dat het op het Hogeland altijd waait. De stadse fiets is niet gemaakt op de stevige trappartijen tegen de wind in en ik had mijn banden ook wel wat beter kunnen oppompen. Thuisgekomen gaf de stappenteller op mijn telefoon een nieuw record aan (hij rekent ook fietsen mee): meer dan 20.000 stappen!

Door de vroege lente had ik zin gekregen in speciaalbiertjes drinken op een terras. Maar dat mag niet. De cafés blijven nog gesloten. In de supermarkt zocht ik een paar bijzondere biertjes uit, die ik ’s avonds met een vriend van mij soldaat maakte. Niet te veel en niet te lang, want door de avondklok moest ik weer op tijd thuis zijn.

Ik besefte weer eens: we zijn er nog niet. De lente is begonnen, ik word er vrolijk van, maar corona is nog niet weg. De lockdown is nog niet voorbij, de besmettingen lopen nog steeds op en het einde is nog niet in zicht.

Eigenlijk zou de man met de stok met zijn spons genezing uit de lucht moeten halen. Hij staat voorovergebogen, hij ziet niet waar de stok naartoe reikt maar hij houdt vol. Dat moeten wij ook maar doen.

– Tim Smid

Winterdagje (47)

Afgelopen woensdag was het Aswoensdag. Vorig jaar heb ik niet gevast. Ik vond een lockdown wel genoeg en ik dacht, dat komt volgend jaar wel weer. Dit jaar stoei ik nog met wat ideetjes. Het wordt in ieder geval iets wel doen en niet iets niet doen. Ik mis al genoeg in het nieuwe normaal. Het gekke is dat het na een jaar lastig wordt om te bedenken wat dan. Afgelopen zondag nam ik even covid-vrij omdat er ijs lag. Ik heb niet geschaatst. Ik ben een meisje van de Veluwe en hoewel ik schaatsen leuk vind, ben ik er niet zo goed in en heb ik na een hernia-operatie mijn lijf net weer een beetje op de rit, dus ik had geen enkele behoefte aan een botbreuk.

Nee, ik ging schaatsers kijken. Schaatsers op de Diepenring. Mooier wordt deze stad niet. Het was zonnig, de lucht was blauw, de mensen waren vrolijk en het was druk! Ik mijd mensenmenigten nog steeds maar ik heb zondag mijn mondkapje opgedaan en de vrolijkheid opgezogen. Wat was het allemaal fijn en gezellig en mooi en vermoedelijk een klein beetje onverstandig. Ik kon ineens weer voelen hoe het hopelijk ooit weer zal zijn. De mensen waren blij, het weer was uitbundig: zonnig, koud en blauw en het Hoge der A was nooit zo mooi! En u weet, het is daar altijd mooi. Ik nam een foto en stuurde die naar een vriend in de VS. De verwondering die terugkwam was groot. Waarom heb je mij nooit verteld dat je in een sprookjesstad woont waar je kunt tijdreizen? Je zult er wel aan gewend zijn! Hoe kun je hier ooit aan gewend raken?

Als ik iets geleerd heb het afgelopen jaar, is dat je overal aan gewend kunt raken. Aan schoonheid net zo goed als aan afstand. We vasten al zo lang met zijn allen, dat ik afgelopen zondag pas weer voelde wat ik miste toen het er even, in de droom van een echte schaatsdag, was. Reuring, leven, drukte in de stad. Ik ving halve gesprekken op tussen vreemden. Eén van de leukste dingen in het leven voor een schrijver met een levendige fantasie. Het pareltje van zondag: “Maar jij hebt ook gewoon een heel vrouwelijke baard!” Het is nu donderdag als ik dit schrijf, en ik moet er nog weer van grijnzen. Ik had niet eens in de gaten dat ik ook dit zo mis. Dichtbij genoeg zijn om de bizarre dingen te horen die mensen elkaar vertellen.

We moeten nog even verder, we zijn er nog niet. Deze zondag was een zondag in een hele lange nabijheidsvasten die me even weer liet voelen hoe bijzonder de gewone dingen eigenlijk zijn! En nu is het weer tijd om handen te wassen, zoomschermpjes aan te doen en om elkaar heen te lopen. Nog even volhouden!

– Marieke Laauwen